Inhoudsopgave
Er is alweer een bijenboek verschenen, de zoveelste, maar wel eentje die niet mag ontbreken in de boekenkast van de bijenliefhebber. Het boek heet ‘Honingbijen’ en bevat fascinerende verhalen over het gedrag en het ingewikkelde seksuele leven van de honingbij. Schrijver is Jacques van Alphen, emeritus hoogleraar aan het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit. Het boek gaat in op het belang van natuurlijke selectie en vormt de bron voor dit bijenbericht. Naast dit onderwerp worden er in het boek veel meer actuele bijenvraagstukken besproken.
Biodiversiteit
Eerst iets over biodiversiteit, een veelgehoord begrip.
Bio betekent leven en diversiteit betekent verschillen. Een grote biodiversiteit in een gebied betekent dat er veel verschillende vormen van leven in dat gebied (ecosysteem) zijn.
Als je veel verschillende soorten planten, dieren, insecten, bacteriën en andere levende organismes in een gebied hebt, is er maar een kleine kans dat een ziekteverwekker dit ecosysteem verwoest. Bij weinig verschillende soorten kan een ziekteverwekker grote schade aanrichten.
Bovenstaand een simpele weergave, links een ecosysteem met een lage biodiversiteit en rechts één met een hoge. Als het grijze bolletje een ziekteverwekker is en de rode bolletjes aantast, is het linkse systeem snel uitgeput, het rechtse systeem kan de aanval gemakkelijk weerstaan. De biodiversiteit zegt dus iets over de gezondheid van een ecosysteem.
Genetische biodiversiteit van honingbijen
Een specht, een koolmees, een spin of een graafwesp heeft af te toe een bij op het menu staan. De grootste vijanden van honingbijen zijn echter bacteriën, virussen en schimmels en natuurlijk de varroamijt. Honingbijen leven dicht op elkaar en ziekteverwekkers kunnen dus gemakkelijk overspringen van de ene naar de andere bij. Daarbij is het zo dat eitjes, larven en poppen het best groeien bij een temperatuur van 350 C en -toeval of niet – dit is ook een behaaglijke temperatuur voor ziekteverwekkers.
Honingbijen hebben in de loop van de tijd een aantal methodes ontwikkelt om met ongewenste binnendringers om te gaan. Zo houden ze hun nest goed schoon en gebruiken ze antibacteriële propolis (zie een vorig bericht) om kieren en gaten in hun nest te dichten. Echter het belangrijkste wapen is hun immuunrespons; hun reactie op lichaamsvreemde indringers. Honingbijen streven naar een hoge genetische biodiversiteit; veel verschillende genen. Als er ziekteverwekkers in een bijenvolk terecht komen, zal een deel van het volk ziek worden, maar een ander deel kan wel omgaan met de indringers. Dit deel blijft in leven en geeft zijn genen door aan de volgende generatie.
Zo veel mogelijk verschillende genen.
Honingbijen hebben twee manieren ontwikkeld om zo veel mogelijk verschillende genen in een volk te genereren:
- Een bijenkoningin paart met wel meer dan twaalf darren. Hun nageslacht heeft dus wel dezelfde moeder, maar vaak een andere vader. Er zijn maar weinig andere dieren of insecten te vinden waar het vrouwtje met zoveel andere mannetjes paart.
- Honingbijen hebben de grootste recombinatiefactor van het dierenrijk. Recombinatie houdt kort gezegd in dat er bij het nageslacht gen-varianten ontstaan die afwijken van beide ouders. Recombinatie draagt dus ook bij aan een grotere genetische biodiversiteit.
De koninginneteelt waarbij gestreefd wordt naar één type bij met gunstige eigenschappen, lijkt haaks te staan op het natuurlijke proces dat streeft naar zo veel mogelijk verschillende genen. Van Alphen schrijft hierover het volgende:
‘Bij de selectie van hoogproductieve honingbijen door imkers gaat erfelijke variatie verloren. Om de selectielijnen zuiver te houden is het bovendien nodig dat deze bijen paren in kleine gesloten paringsstations. Mijn overtuiging is dat alleen honingbijen die vrijuit kunnen paren in een grote goed gemengde populatie weerstand kunnen bieden aan nieuwe ziekteverwekkers of nieuwe varianten van ziekteverwekkers.’
Hier sluit ik me graag bij aan!
De mens blijkt een hardnekkige diersoort: zij zet graag de natuur naar de eigen hand en meent het dus beter te weten. Wat zal daar weer van komen…